Tafeltennis.nu

De ELO-ratings en de toepassing daarvan bij indelingen worden zowel geprezen als verguisd. Lex Bruijn streef er deze column over.

"
Stel: je speelt al 8 jaar met dezelfde mensen in een team. Jullie hebben een echt vriendenteam. Okay, jij bent dan wel wat sterker dan je teamgenoten en je hebt ook al een invalverbod voor het team boven jullie, maar dat mag de pret niet drukken. Ook voor de nieuwe competitie willen jullie bij elkaar blijven. De competitieleider grijpt echter in en verordonneert dat jij in een hoger team ingedeeld moet worden. Gevolg: jij en je vrienden stoppen ermee.

Stel: jullie jeugdteam is kampioen geworden in Landelijk C. De sterkste speler vertrekt en het recht op promotie gaat naar de nummer 2 uit de poule, omdat hun teamrating nu hoger is.

Stel: Je sterkste speler stopt ermee. Hij gaat ver weg studeren en wil in de weekenden vrij zijn. Zonder hem krijg je geen plaats in het landelijk A. Die speler wil nog wel bij het team opgesteld staan, maar wil geen contributie betalen, want hij speelt toch niet. Geen probleem, zijn naam komt op de teamlijst en de plaats in het landelijk A is in elk geval verzekerd.

Stel: je vraagt de jeugdspelers of zij mee willen doen aan het ranglijsttoernooi in Den Haag. “Ik wacht even af, wie er mee doen” is een van de reacties. “Als zich alleen maar spelers opgeven met een lagere rating, dan heb ik er niets te zoeken, dan kan ik alleen maar punten kwijt raken.”

Bovenstaande voorbeelden zijn niet verzonnen en getuigen waarschijnlijk allemaal van legitiem gebruik van de ratings. Naar mijn mening is hier echter sprake van misbruik. Elo-ratings zijn ooit ingevoerd omdat het internationaal gebruikt wordt, niet alleen bij tafeltennis, maar bijvoorbeeld ook bij tennis. Nou denk ik dat het de gemiddelde tafeltennisser geen bal kan schelen  of hij een rating heeft van 976 of 1023. Terwijl het belang van vergelijking met het buitenland slechts geldt voor de enkele tafeltennisser die internationaal speelt. Van de ca. 25.000 aangesloten NTTB-leden  gaat dat slechts om hooguit 50 leden oftewel 0,2 %.

Gauw stoppen met die rating-terreur dus en terug naar het normale: als je met je vrienden wil spelen, mag dat (alle invalverboden neem je op de koop toe); word je kampioen, dan  promoveer je, want zo is het in de sport en tot slot zou de top 2 van een teamlijst minimaal 3 wedstrijden moeten spelen om te voorkomen dat een team daardoor een plaats in een hogere klasse of divisie krijgt, maar ook om te voorkomen dat hij toch eens één keertje meedoet, daarmee de tegenstander dupeert en zo een ingrijpende en negatieve invloed heeft op het competitieverloop.

En hoe zit het met het verlenen van de licenties dan? Nou, dat ging prima voor de invoering van Elo, gewoon bij toernooiwinsten of percentages in de competitie. Misschien niet zo fijnmazig, ik zeg liever: niet zo mierenneukerig tot op de punt uitgerekend, waarschijnlijk wel rechtvaardiger!

Deze column is geschreven door Lex Bruijn voor tafeltennis.nu