Het tafeltennis in Nederland is in zwaar weer terecht gekomen. In het voorjaar maakte NOC-NSF bekend dat de geldkraan richting tafeltennis bijna geheel wordt dichtgedraaid. Alleen de dames kunnen de komende jaren nog wat geld tegemoet zien, voor de heren is het doek gevallen.
De aflopende contracten van de bondscoaches Nikola Vukelja (heren) en Chen Zhibin (dames) werden niet verlengd. Bij de heren is er geen nieuwe bondscoach aangesteld, bij de dames is Elena Timina , gestopt als speelster, nu de nieuwe bondscoach.
Door het bijna dicht draaien van de geldkraan door NOC-NSF zal de Nederlandse Tafeltennis Bond (NTTB) op meer fronten moeten gaan bezuinigen. Zo heb ik begrepen dat ook het project met betrekking tot de Talentgroep in Papendal vanaf komend seizoen komt te vervallen, of – en hoe – dit project verder gaat is mij niet bekend.
De beslissing van NOC-NSF om de geldkraan bijna dicht te draaien heeft de malaise waarin het tafeltennis momenteel zit alleen nog maar groter gemaakt. Het tafeltennis in Nederland is doodziek en als er niet snel een aantal goede mensen zich gaan bekommeren om de patiënt vrees ik het ergste.
Wat is er nu eigenlijk aan de hand? Het gaat al vele jaren slecht met het tafeltennis in Nederland, diverse prominente personen uit de tafeltenniswereld hebben zich hier onlangs in niet mis te verstane bewoordingen over uitgelaten. De oorzaken voor de malaise waarin de tafeltennissport momenteel verkeerd, wordt vooral gezocht bij de (technische) leiding en de trainers. Veel gehoorde opmerkingen zijn onvoldoende kennis van zaken bij leiding en trainers, incompetent, een slecht opleidingsprogramma, slechte topsportmentaliteit en een gebrek aan visie en beleid bij de leiding en de trainers.
In de afgelopen vijftien jaar is gebleken dat de huidige technische staf (leiding en trainers) niet in staat is om het tafeltennis in Nederland op een adequate, doelgerichte wijze te leiden en vorm te geven. Deze mensen geven al vele jaren een brevet van onvermogen af. De beste oplossing om de tafeltennissport van de ondergang te redden is dat deze mensen snel plaats maken voor nieuwe, frisse mensen die het tafeltennis in Nederland weer gezond maken en internationaal terug op de kaart zetten.
Zijn de huidige mensen bereid om plaats te maken, wetende dat een aantal van hen een overeenkomst voor onbepaalde tijd heeft? Ik denk het niet. In het belang van de sport zouden ze dat wel moeten doen. Het is voor mij onbegrijpelijk dat mensen in dergelijke functies in het bezit zijn van een overeenkomst voor onbepaalde tijd. Kunt u zich voorstellen dat trainers en technisch directeuren in het betaald voetbal een overeenkomst voor onbepaalde tijd krijgen? Natuurlijk niet, als de prestaties uitblijven neemt de druk op de leiding en de trainers toe en ligt ontslag op de loer. Dat zorgt er voor dat er altijd druk is om te presteren. In mijn optiek hoort dat ook zo, dat is inherent aan het bedrijven van topsport.
Wat moet er mijn inziens gebeuren om het tafeltennis in Nederland gezond te maken en vervolgens bij de jeugd en de senioren internationaal weer een rol van betekenis te spelen? De volgende maatregelen gaan er volgens mij voor zorgen dat het in de toekomst weer beter zal gaan met het tafeltennis in Nederland.
- Het vervangen van de bestaande technische staf (leiding en trainers) door een geheel nieuwe technische staf. Bij de aanstelling van de nieuwe mensen rekening houden met ervaring en geleverde prestaties. We hebben nu vooral mensen nodig die bewezen hebben dat ze prestaties en resultaten kunnen brengen.
- Het aanstellen van een internationaal ervaren technisch directeur die zijn sporen in de tafeltennissport heeft verdiend. Hij/zij gaat leiding geven aan dit proces.
- Het opstellen van een realistisch, haalbaar meerjaren beleidsplan, gebaseerd op een duidelijke visie. Het meerjaren beleidsplan wordt mede gedragen door de afdelingen, clubs en de trainers. Het is belangrijk dat iedereen meedoet en zijn verantwoordelijkheid neemt, we moeten de krachten bundelen en goed samenwerken. Samen zijn we sterk.
- Het opzetten van een goed opleidingsmodel/programma (netwerk) van beginner tot topper. Per fase vaardigheidseisen opstellen en hierop selecteren. De afdelingen en de clubs spelen hierin een belangrijke rol.
- Ex-topspelers meer betrekken bij de opleiding/begeleiding van (jeugd)spelers.
- Spelers meer individueel benaderen, meer en beter kijken naar hun specifieke kwaliteiten en daar op insteken.
- Spelers dienen zich onvoorwaardelijk te committeren aan het meerjaren beleidsplan.
- Iedereen (spelers en trainers) wordt afgerekend op basis van geleverde prestaties en behaalde resultaten. De technische directeur is hier uiteindelijk verantwoordelijk voor.
- Herbezinning omtrent de volgende onderwerpen: alle mogelijke dispensaties, competitieopzet jeugd en senioren, opzet toernooien, selectiecriteria ten aanzien van vertegenwoordigende teams, internationaal spelen/trainen, opzet ranglijsten.
- Meer verantwoordelijkheid wegleggen bij afdelingen en clubs ten aanzien van het werven van nieuwe jeugdleden en het opleiden van jonge spelers. De centrale (landelijke) organisatie moet hierbij goede ondersteuning geven.
- Minder regels, procedures, richtlijnen en iets meer doortastendheid.
- Verbeteren van het imago van de tafeltennissport in Nederland.
Er moet echt iets gaan gebeuren in Nederland. De afdelingen hebben het erg moeilijk en veel clubs staan op omvallen. Het niveau is de laatste jaren over de hele linie behoorlijk ingezakt. De dames eredivisie kan nog met moeite voldoende representatieve ploegen bij elkaar krijgen. Volgend seizoen stopt de damesploeg van Heerlen er mee, dan blijft er jammer genoeg niet veel meer over. In de heren eredivisie is het al niet veel beter. Het is dat Enjoy&Deploy nog wat centen te besteden heeft, voor de rest valt er weinig te beleven en is het niveau laag.
Het ergste is het in de jeugdcompetitie gesteld. Het niveau is daar de afgelopen vijftien jaar naar een absoluut dieptepunt gezakt. Sprekend voorbeeld hiervan is Roel Bogie van ATC uit Nijmegen. Deze jongen is twaalf jaar en speelde in de najaar competitie van 2012 aan 100% in Landelijk A. Dat betekent dat Roel Bogie in deze klasse niets meer te zoeken heeft en daardoor nu min of meer gedwongen bij de senioren speelt. Een heel slechte ontwikkeling omdat je kinderen van twaalf jaar in een sterke jeugdcompetitie moet kunnen laten spelen.
Momenteel is het zo dat elke jeugdspeler die een leuke bal kan slaan dispensatie krijgt en in de seniorencompetitie speelt. Hierdoor is het niveau van de jeugdcompetitie naar een absoluut dieptepunt gezakt. Ik denk dat jeugdspelers tot hun veertiende of vijftiende jaar in een sterke jeugdcompetitie moeten spelen – in de tijd van Heister en Keen was dat ook het geval – om daarna op een verantwoorde wijze de overstap naar de seniorencompetitie te maken. Ook sociaal-maatschappelijke aspecten spelen bij deze keuze een belangrijke rol: we hebben het over kinderen. Het gevaar van afbranden is erg groot als je kinderen te snel in het diepe gooit. Dat gebeurt vaak onder het mom van "dat is goed voor de ontwikkeling en anders redden ze het internationaal niet". Allemaal onzin. Wat je daarbij vaak ziet is dat het ontbreekt aan adequate, goede begeleiding en sturing van de jeugdspeler.
Ondergetekende draagt het tafeltennis in Nederland nog steeds een warm hart toe en ziet met pijn in datzelfde hart hoe deze mooie sport steeds verder weg zakt. Jeugdspelers breken bijna niet meer door en stoppen vaak vrij snel nadat ze senior worden. Nieuwe ambitieuze trainers die de clubs op sleeptouw nemen en naar een hoger niveau brengen dienen zich niet aan. Er is in Nederland heel veel kennis over tafeltennis, er wordt door de NTTB helaas veel te weinig gebruik van gemaakt. Ik ben er van overtuigd dat, als we al deze kennis bundelen in een nieuw te vormen technisch hart, er grote stappen kunnen worden gemaakt.
De NTTB moet toch ook inzien dat het zo niet langer kan. Het zou toch geweldig zijn als we met zijn allen het tafeltennis er weer bovenop helpen. Ik stel me beschikbaar om op die basis het tafeltennis weer nieuw elan te geven, wie volgt?