In een door de nttb gepubliceerde nota over aanpassing van de competitieopzet wordt onder andere voorgesteld om in alle jeugdklassen de duo-competitie in te voeren, dus zowel in de landelijke als de afdelingsklassen.
In de bijlage is de volledige nota te lezen. Van de voorstellen wordt door het hb (hoofdbestuur) van de nttb gezegd dat ze mede zijn gebaseerd op het onderzoek dat het Mulier instituut eerder dit jaar heeft uitgevoerd (in de vorm van een enquete onder leden, oud-leden en de Nederlandse bevolking). Het volledige rapport van het Mulier instituut is in de 2e bijlage te vinden.
Om te beginnen een eerste korte analyse van het deel van de nota dat over de jeugdcompetitie gaat. Daar blijft het huidige hb het invoeren van de duo-competitie als enige vorm, en zowel in de landelijke als de afdelingscompetities, hardnekkig vasthouden. Uit het Mulier-rapport blijkt klip en klaar dat er geen onderbouwing en geen draagvlak voor deze verandering is. Sterker nog, er blijkt een ruime meerderheid tegen te zijn. Het hb erkent dit ook maar blijft "koersvast". Er wordt dus bewust een plan voorgesteld waarvan men weet dat er een grote meerderheid tegen is. De weinige argumenten die het hb aandraagt om te kiezen voor de duocompetitie bij de jeugd zijn grotendeels subjectief, speculatief, ongefundeerd, uit de duim gezogen en niet waar. Bijvoorbeeld dat er geen problemen zouden ontstaan met de zaal-/tafelbezetting en beschikbaarheid van begeleiders en barmensen. Of dat er gemakkelijker meisjesteams kunnen worden gevormd.
Wat eigenlijk zo goed als vast lijkt te staan is dat er bij invoering van de duo-competitie nog (sneller) minder jeugdleden en ouders/begeleiders zouden gaan kiezen voor de jeugdcompetitie, met name voor de landelijke jeugdcompetitie. En dat het, als de plannen van het hb worden aangenomen, een kwestie van tijd zou zijn dat er geen jeugdcompetitie meer is. De vraag is of de bondsraad en de verenigingen die consequentie zullen willen accepteren.
Het hb heeft aangegeven dat de nota de komende week met en door de afdelingen besproken wordt en dat het vervolgens in de bondsraad ter goedkeuring wordt ingebracht.