Naar aanleiding van een nota van het hoofdbestuur van de nttb waarin aanpassingen in de competitieopzet (overstappen op duocompetitie jeugd) werden voorgesteld, waren de competitieleiders van de 8 afdelingen bij elkaar geroepen om zich hierover uit te spreken. De uitkomst hiervan is door de nttb in een persberichtje gepubliceerd.
In een eerder op tafeltennis.nu verschenen artikel is de desbetreffende nota (zie bijlage) toegelicht en becommentarieerd. De competitieleiders, voor zover aanwezig, bleken zoals verwacht erg sceptisch. De nttb verwoordt dat als volgt:
"
Afgelopen maandag waren de competitieleiders bij elkaar om mogelijke aanpassingen aan de competitie te bespreken.
Er was een goede opkomst bij de bijeenkomst, waarbij vijf van de acht afdelingen vertegenwoordigd waren. Het bestuur had een discussienota opgesteld die vooraf al tot veel reacties leidde, zoals online te zien was. Maandagavond vond een constructieve bijeenkomst plaats, waarin de gedachten en ideeën van het bestuur werden besproken. Gedachten over aanpassingen, gevormd door het onderzoek en de afdelingsbezoeken die recent hebben plaatsgevonden, waarin bereidheid tot verandering werd geproefd bij de aanwezige verenigingen.
Jan Simons vatte de avond als volgt samen: “Er was geen behoefte aan grote wijzigingen en vooral aandacht voor behoud van het goede. Waarbij er zeker aandacht is voor het toevoegen van goede nieuwe zaken. Voor de afdelingen is het interessant en nuttig om ideeën met elkaar te delen”.
Het was duidelijk dat de aanwezige competitieleiders zich uitspraken tegen een landelijke duo competitie voor de jeugd, waar het bestuur dit zelf al had geconcludeerd voor de senioren. Wel konden de aanwezigen zich vinden in een duo competitie of andere variant (zoals die bijvoorbeeld in de Afdeling Gelre wordt gespeeld) in de lagere jeugdklassen. Een aanpassing waarvoor wel ruimte was, betrof het niet strikt hanteren van afdelingsgrenzen. Dit wordt nader uitgewerkt in welke situatie dit eventueel inzetbaar zou zijn.
Positief waren de aanwezigen over aanbieden van aanvullende mogelijkheden, waaronder duocompetitie, maar ook het verlengen van het seizoen of vrije varianten. Aanpassingen in het spelsysteem zoals best of three werden duidelijk niet wenselijk geacht.
De uitkomsten van deze avond worden nog besproken in het College van Voorzitters. Daarna zal het hoofdbestuur zich beraden over alle input op dit veelbesproken onderwerp. Tenslotte volgt een voorstel en advies richting de afdelingen voor in de bondsraad.
"
Duidelijk is dat de aanwezige competitieleiders, waarvan de opkomst overigens matig was (5 van de 8), de kern van de nota totaal niet steunden. Geen steun voor de duocompetitie voor de landelijke jeugdcompetitie. Geen steun voor "best of three" wedstrijden. Wel was er blijkbaar steun voor een jeugd duocompetitie in de lagere klassen. Moeilijk te begrijpen waarom de competitieleiders de nadelen van een duocompetitie (minder wedstrijden per speler, meer begeleiders en vrijwillers nodig, ...) voor de lagere klassen wel acceptabel achten en voor de landelijke competitie niet (waar de afdelingen bovendien niet over gaan). Waarschijnlijk is die steun lang niet unaniem (de competitieleider van de afdeling west is niet toevallig net afgetreden) en heeft het hoofdbestuur flink druk uitgeoefend om dit binnen te halen. Te vrezen is dat de invoering van de duovariant in (delen van) de afdelingscompetities toch de start zal blijken te zijn van een algehele omvorming van de competitieopzet naar "duo". Het kan zelfs zo zijn dat de afdelingsvoorzitters de plannen van het hoofdbestuur wel gaan steunen en dat het hoofdbestuur op basis daarvan de invoering ook voor de landelijke jeugdcompetitie door zal proberen te zetten. Nogmaals moet hierbij vermeld worden dat het hoofdbestuur de conclusies van het door haarzelf betaalde onderzoek door het Mulier instituut (zie bijlage) minacht en onder de mat veegt.
Uiteraard was er wel steun voor het idee om de afdelingsgrenzen bij de indelingen niet strikt te hanteren. Dit is een al veel vaker voorgesteld idee en het hoofdbestuur is rijkelijk laat met het inkoppen van deze verandering. Nog beter zou het zijn om helemaal geen rekening meer te houden met de afdelingsgrenzen en puur in te delen op zo min mogelijk reisafstanden.