Columnist Lex Bruijn was in zijn vorige column zeer kritisch op de bond vanwege de samenstelling van de meisjes O15 selectie voor de komende Europese jeugdkampioenschappen in Zweden, die eind van deze week beginnen. Sindsdien noch nadere uitleg, noch enige beweging bij de bond wat Lex "inspireerde" voor deze laatste column voor de zomervakantie.
Wat zou de overeenkomst moeten zijn tussen het samenstellen van de selectie voor het EJK (meisjes O15) en de poule-indeling voor de competitie. Dat er in beide gevallen gebruik gemaakt wordt van het enige objectieve meetinstrument dat we kennen: de ELO-ranglijst. Trouwe lezers van mijn columns weten dat ik geen bijzondere fan ben van ELO, maar bij gebrek aan beter moeten we het er mee doen. Maar als dan moet je er ook gebruik van maken in alle geledingen van de bond als er tenminste behoefte is aan helderheid en objectiviteit.. Er mag geen sprake zijn of zelfs ook maar de schijn hebben van willekeur of vriendjespolitiek.
Bij de indeling van de landelijke competitie moet de HCL hier en daar wat gaten vullen, omdat teams zich terugtrekken uit de competitie. Voor zo’n vrijgekomen plaats melden zich natuurlijk tal van liefhebbers uit een lagere klasse. Gelukkig wordt bij het invullen van die vrijgekomen plek rekening gehouden met het objectieve meetinstrument ELO. Van alle teams die aanspraak willen maken op een vrijgekomen plaats wordt het gewogen teamgemiddelde genomen. Het team met het hoogste getal krijgt dan de vrijgekomen plaats in de hogere klasse. Vervelend voor de teams die daar soms net onder zitten, maar niemand heeft reden tot klagen, want objectiviteit heeft hier gezegevierd.
Hoe eerlijk zou dat ook geweest zijn bij het samenstellen van de selectie voor de EJK bij de meisjes 015. Ik heb al eerder in een column betoogd: neem van de laatste ranglijst de nummers 1 en 2 en soms ook 3 mee naar de EJK en niemand kan protesteren dat het ‘niet eerlijk’ is gegaan. Maar nee, de prutsers bij de bond moesten zo nodig hun eigen systeempje bedenken bij de meisjes 015. Bij elk A- jeugdtoernooi kon je punten verdienen en aan het einde van het jaar kwamen er vanzelf wel 2 bovendrijven. Eerlijk, nee in geen geval. Want het ging steeds tussen dezelfde drie meiden en in de onderlinge partijtjes verzamelden er 2 iets meer punten dan nummer 3. Maar waarschijnlijk waren onze ondeskundigen vergeten dat je op het EJK niet tegen elkaar speelt, maar tegen andere, onbekende, tegenstanders. Daarvoor is de ELO-rating een prima graadmeter.
Ik besteed dan nog maar even geen aandacht aan het feit dat diezelfde ondeskundigen de schijn ophielden dat het ‘ergens om ging’ tijdens de finales van de NJM, terwijl de teams voor de EJK al op 3 juni ingeleverd moesten worden. Dat maakte de frustratie nog groter. Het is voor mij nog steeds onbegrijpelijk dat bij het samenstellen van de selectie voor het EJK niet gebruik is gemaakt van de ELO ranglijst. Dan had de selectie er iets anders uitgezien en had ik me niet zo boos hoeven maken op die prutsers bij de bond.
p.s. Ik gun de geselecteerde meiden uiteraard hun uitverkiezing en wens ze heel veel succes in Malmö.
Deze column is geschreven door Lex Bruijn voor tafeltennis.nu