In deze column betoogt Lex Bruijn dat een goede coach meer doet dan spelers helpen wedstrijden te winnen.
De directeur amateurvoetbal Jan Dirk van der Zee kreeg een hoop kritiek te verwerken toen hij aankondigde dat vanaf volgend seizoen bij het jeugdvoetbal onder de 12 jaar geen ranglijsten meer zullen worden gehanteerd. Kinderen zijn volgens hem niet bezig met winnen. Deze opvatting miskent alle onderzoeken op het terrein van jeugdsport.
‘Kinderen voelen zich juist aangetrokken tot competitie. Al op jonge leeftijd willen zij graag hoger springen of verder gooien dan hun broertje of zusje of hun leeftijdgenootjes. Die vormen van competitie zijn op zich geen enkel probleem. De problemen ontstaan pas wanneer een slecht opgeleide coach of een overenthousiaste ouder het belang van winnen gaat benadrukken en sport vooral, of alleen nog maar als wedstrijdsport wordt gezien. In de sport gaat het niettemin vaak om winnen én verliezen. Door onder goede begeleiding in competitieverband te sporten krijgen kinderen de kans te leren op een waardige manier te winnen. Maar ze leren ook sportief te reageren op een verloren wedstrijd. Zo ervaren ze ook hoe ze zichzelf kunnen oppeppen na een nederlaag, zodat ze er een volgende keer weer alles uit proberen te halen. Het is dus belangrijk dat er in jeugdsport aandacht en waardering is voor kinderen die op een adequate manier omgaan met een verloren wedstrijd. Een van de problemen binnen de jeugdsport is echter het feit dat de volwassenen (ouders, coaches en anderen) te veel nadruk leggen op het resultaat van een wedstrijd. Natuurlijk streven de spelers naar de overwinning. Maar jonge sporters moeten vooral de kans krijgen om zich als individu verder te ontwikkelen. Ze moeten in de sport nieuwe vaardigheden en positieve ervaringen kunnen opdoen.
In de sport staat ‘winnen’ veelal gelijk aan het hoogste plekje op het podium en het binnenhalen van de eerste prijs. Zeker in het kader van jeugdsport komt er echter meer bij kijken. Dan kun je ook denken aan winst boeken en succes hebben als een sporter steeds beter gaat spelen, nieuwe vaardigheden laat zien, de afgesproken spelstrategie goed volgt, persoonlijke records vestigt of steeds meer inzet en discipline toont.’ (Uit: Winnen! Hoe belangrijk is dit in de jeugdsport? Joyce Jansen, opgenomen in het boek: Goud in elk kind, Henk van der Palen, …Dam 2012).
Ook de tafeltenniscoach moet leren veel meer de ontwikkeling van zijn pupillen te waarderen dan het accent te leggen op het winnen van een wedstrijd. Vragen hierbij moeten zijn: is de inzet maximaal geweest, zijn de taken goed uitgevoerd en is het spelconcept gevolgd.
Om jeugdige sporters beter te kunnen laten functioneren is het van belang dat de coaches ook inzicht hebben in de drijfveren van hun pupillen. Het beste instrument onder de vele die de coaches hiervoor ter beschikking staan is Profile Dynamics®. Drijfveren van de sporters n.a.v. een internet-vragenlijst worden herkenbaar verwerkt in een heldere rapportage. Dit biedt de coach goede handvatten om de sporter op een nog betere en individuelere manier te begeleiden. Ook zijn rapportages op teamniveau beschikbaar. Als gecertificeerd Profile Dynamics® consultant zal ik in een volgende column dieper ingaan op de betekenis die deze analyse kan hebben voor coach en sporters.
De kwaliteit van een coach is daarom niet persé af te meten aan het gegeven of er gecoacht wordt op het hoogste niveau, maar veel meer of de coach erin slaagt om de sporter die aan hem/haar is toevertrouwd zijn of haar hoogste persoonlijke niveau te laten bereiken oftewel: haalt de coach eruit wat erin zit!
Deze column is geschreven door Lex Bruijn voor tafeltennis.nu