Lex Bruijn betoogt in deze column waarom het eigenlijk wel prima is dat het Nederlandse damesteam zich niet gekwalificeerd heeft voor de Olympische Spelen.
"
Het Nederlands damesteam heeft zich niet weten te plaatsen voor de Olympische Spelen in Tokio. Je kunt hier ach en wee, gemiste kans en jammer o.i.d. over roepen, maar de vraag is of het missen van de OS eigenlijk wel zo erg is. Al die geweldige resultaten van de dames de afgelopen jaren met een verzameling aan Europese titels voor het team en individuele speelsters verhulden eigenlijk de deplorabele situatie van het damestafeltennis. Want het respect voor Li Jiao en Li Jie voor hun prestaties mag en kan dan niet anders dan bijzonder groot zijn, maar het maskeerde wel het feit dat de situatie aan de top helemaal niet zo rooskleurig is als al die titels doen vermoeden. Het is hoog tijd voor de NTTB om dankbaar voor alles wat ze betekent hebben afscheid te nemen van beide Li’s om een nieuwe frisse start te maken.
De financiering van NOC/NSF zal wel achteruit hollen of zelfs helemaal stoppen, maar ook dat is geen probleem in mijn ogen. Het geld ging vnl. naar Papendal en aangezien dat opleidingsinstituut de eerste international nog moet afleveren, kunnen al die tonnen die daar de afgelopen jaren zijn in gestopt gevoeglijk als weggegooid geld worden beschouwd. Natuurlijk vinden de sporters het plezierig om daar dagelijks te kunnen trainen en zijn alle voorzieningen meer dan voortreffelijk, maar topspeelsters heeft het in de afgelopen 10 jaar niet opgeleverd. “De laatste jaren is het CTO tafeltennis Papendal uitgegroeid tot de trots van het opleidingsplan van de NTTB” is de ronkende zin op de website van de NTTB, maar insiders weten al lang dat we de bond niet altijd serieus moeten nemen. Van de Nederlandse dames- en herentop is werkelijk niemand die voortkomt uit dat opleidingsplan, het zijn allemaal sporters die hun eigen weg gevolgd hebben en vaak met meer succes dan onder de vleugels van de bond.
Net als bij de heren moeten de jonge meiden meer kansen krijgen om zich internationaal te ontplooien. Naast erkende toppers als Britt Eerland en Kim Vermaas kan de aandacht eindelijk verlegd worden naar andere talenten die veel over hebben voor hun sport. Emine Ernst, Rachel Gerarts, Sanne de Hoop en Shuo Han Men zitten bijvoorbeeld in de wachtkamer en zouden nu eindelijk hun kansen moeten krijgen. Dan maar op een wat lager niveau acteren. We hebben wel wat geld doordat we geen bondstrainers meer nodig hebben en ook geen technisch directeur meer. Begeleiding naar internationale toernooien kan in handen gegeven worden van de individuele coaches van de spelers en speelsters en de selectie kan plaatsvinden aan de hand van de ranglijsten. Nu je die hebt, moet je ze ook goed gebruiken. Gewoon de eerste 2 of 3 spelers van de ranglijst meenemen en geen gedoe meer met voorkeur voor spelers en speelsters buiten de top, omdat die zogenaamd beter in het team zouden passen.
Nu Papendal door gebrek aan gelden moet worden opgeheven komt de NTTB met de Bettine Vriesekoop Academie. Dat wordt een regionale trainingsstructuur op basis van een intensieve samenwerking tussen verenigingen, trainers en sporters. Het lijkt veel op de structuur die ik al eerder heb beschreven in mijn column ‘Toppers of Toestroom’, ook op deze site te lezen. Ik denk dat deze opzet een goede kans van slagen heeft. Veel zal afhangen van de bereidheid van de verenigingen om hun spelers naast alle clubtrainingen ook centraal een aantal keren per week extra te laten trainen. Ik stel me wel voor dat de ouders van deze kinderen hier een redelijke financiële bijdrage aan moeten leveren. De kinderen met talent komen er trouwens wel en een dergelijke regionale opzet zal hier best iets aan toe kunnen voegen.
Blijft mijn standpunt overeind dat de NTTB zich minder druk zou moeten maken over de top, maar zich veel meer moet richten op hulp bij werving en selectie. Zoals ik ook al uitgebreid in eerder genoemde column schreef: daar zou ook het meeste geld heen moeten, want als er ergens voor onze bond winst te behalen is, dan is het wel aan de basis.
"
Deze column is geschreven door Lex Bruijn voor tafeltennis.nu