In deze column van Lex Bruijn worden de laatste besluiten van het hoofdbestuur (HB) onder het kritische vergrootglas gelegd.
"
Er bestaat een oude theorie dat slimme mensen geen hoge functies ambiëren in politiek of grote organisaties. De consequentie hiervan is dat de middelmaat regeert. Onze politici bewijzen dat helaas vrijwel dagelijks. Dat deze theorie ook voor de NTTB geldt, heeft het HB overduidelijk aangetoond in competitiebulletin 26. Daarin staan een aantal HB-besluiten die niet getuigen van een lange termijn visie. Ik laat mijn licht schijnen over de belangrijkste besluiten.
1. Jeugd: het aantal landelijke jeugdteams wordt teruggebracht van 60 naar gemiddeld 52 over voor- en najaar gezien. En dan te weten dat nog geen 10 jaar geleden ruim 100 teams landelijk speelden. Met het in dit tempo bezuinigen op de landelijke teams zal er voor zorgen dat we over een jaar of vijf nog alleen een landelijk A competitie zullen hebben. Hier geeft het HB blijk geen notie te hebben van economische principes. Die hebben ons geleerd dat je moet sparen in tijden van overvloed en moet investeren in tijden van krimp. Alles pleit er dus voor om juist het aantal landelijke teams uit te breiden, zeker in landelijk B en C. Landelijk spelen zorgt bij veel spelertjes een gevoel van trots en komt tegemoet aan hun ambitie om te groeien in hun sport. Weinig teams in landelijk C betekent ook grotere reisafstanden, meer tijd en meer reiskosten. Dat zal de animo om landelijk te gaan spelen absoluut niet vergroten. Binnen een lange termijn visie op de jeugdcompetitie zou onderhavig HB besluit beslist niet voorkomen.
2. Dames eredivisie: Het aantal teams wordt terug gebracht naar 6. Een uitstekend besluit heb ik al eerder betoogd. Over de volgende besluiten die daarmee annex zijn kan niemand, behalve het HB, tevreden zijn. Een magere play-off, waarbij alleen de nummers 2 en 3 een soort halve finale spelen om zich te kunnen plaatsen voor de finale tegen de nummer 1 die hiervoor automatisch is geplaatst. Het team dat als 6e eindigt degradeert automatisch naar de 1e divisie (behalve najaar 2019). De teams die als 4 en 5 zijn geëindigd zijn dan klaar. Een bizar besluit dat eens en temeer aangeeft dat dit bestuur geen weet heeft (dom) of zich niets aantrekt (arrogant) van de elementen die een competitie spannend maken en van wat de verenigingen willen. Met zes teams kun je een spannende competitie maken door play-off te spelen met de bovenste vier teams. De nummers 5 en 6 spelen een beslissingswedstrijd tegen resp. 2 en 1 van de 1e divisie. Dat is veel beter dan het rechtstreeks laten promoveren van de kampioen van de 1e divisie. Al in een eerdere column heb ik aangegeven dat het verschil tussen ere- en 1e divisie bij de dames zo groot is dat het automatisch laten promoveren van de kampioen een zinloze en zeer demotiverende zaak is, zowel voor de kampioen als voor de degradant. En hoe mooi zou het zijn als zowel de halve finale play-off als de finale, alsmede de beslissingswedstrijden ere- 1e divisie dames verspeeld zouden worden op 1 en dezelfde dag (dus geen uit- en thuiswedstrijden meer op verschillende data). En in het voorjaar gebeurt dat dan nog een keer met de dag erop de play-off en play-down wedstrijden voor de heren. Dan heb je pas echt een finale weekend als apotheose van de competitie.
3. Dispensatieregeling jeugd: met ingang van volgend seizoen wordt de ELO-rating gehanteerd voor het verlenen van dispensatie van 1e jaars junioren of jonger voor deelname aan de seniorencompetitie. Ik vraag me af hoe je in hemelsnaam als jongens junior aan de 1750 punten (of als meisjes junior aan de 1300) moet komen als je alleen maar bij de jeugd mag spelen. Ook al eerder heb ik aangegeven een tegenstander te zijn van het hanteren van het ELO systeem bij de jeugd omdat het spelen van wedstrijden meer gaat lijken op het opmaken van een winst- en verliesrekening dat het met plezier uitmaken wie de sterkste is. We kenden al jaren een hele bevredigende ranglijst voor jongens en meisjes gebaseerd op prestaties in de jeugdcompetitie en tijdens toernooien. Er gebeurde nooit iets met deze ranglijst, want voor deelname aan internationale toernooien op uitnodiging van de bond werden hele andere criteria gehanteerd. Het zou getuigen van goed beleid als de bond de ELO ranglijsten bij de jeugd zou afschaffen en de ‘oude’ ranglijsten in ere zou herstellen. Deze ranglijsten zouden dan kunnen dienen voor het verlenen van dispensatie. Je zou bijvoorbeeld de 1e 10 junioren en de 1e 5 kadetten op de nationale jeugdranglijsten dispensatie kunnen verlenen om bij de senioren te gaan spelen. Als het gepubliceerde besluit een poging is van het HB om de jeugdcompetitie te beschermen tegen leegloop, dan staat dat helaas in schrille tegenstelling met het terugbrengen van het aantal landelijke jeugdteams en is er sprake van tegenstrijdig beleid.
4. Tot slot voeg ik graag nog de damescompetitie toe aan dit rijtje. Door het vrijwel ongelimiteerd toestemming geven aan dames om bij de heren te spelen, heeft de damescompetitie een wankele basis, ondanks dat het aantal teams langzaam toeneemt. Een mooie maatregel zou zijn dat alle dames die bij de heren (willen) spelen ook verplicht zijn om minstens 40% van de wedstrijden in een damesteam te spelen. Zo wordt op termijn weer toegewerkt naar een volwaardige damescompetitie.
Column voor tafeltennis.nu door Lex Bruijn.
Bijlage: competitiebulletin 26