Tafeltennis.nu

In deze column geeft Lex Bruijn zijn visie op hoe jeugdspelers het beste opgeleid kunnen worden en zoomt hij daarna in op een daarop aansluitend verbeterd toernooisysteem voor de A-jeugdranglijsttoernooien.

"
Matthew Syed is in 1995 in Oxford cum laude afgestudeerd in de gecombineerde studie Filosofie, Politiek en Economie(PPS). Sinds 1999 is hij correspondent voor The Times. Daarnaast is Syed een veelgevraagd spreker op televisie en radio voor onderwerpen op het gebied van sport, cultuur en politiek. Rond de eeuwwisseling was hij vier maal Engels tafeltenniskampioen en nam hij twee keer namens Groot-Brittannië deel aan de Olympische Spelen. Van zijn hand verschenen inmiddels tal van boeken, zoals  in 2011 ‘Bounce: The Myth of Talent and the Power of Practice’. Een zeer leerzaam boek voor iedere leraar, trainer en coach. Kernthema is dat training belangrijker is dan aanleg om succes te hebben. Hij omarmt het onderzoek van prof. Anders Ericsson die aangetoond heeft dat, wil iemand succesvol zijn op het gebied van sport, schaken of muziek, daar duizend uur training voor nodig is en dat 10 jaar lang, bekend als de 10.000 regel. Maar zomaar trainen helpt niet. “The ten-thousand-hour rule, then, is inadequate as a predictor of excellence. What is required is ten thousand hours of purposeful practice.”

Het is zelfs zo dat bijvoorbeeld succesvolle sporters die niet (kunnen) voldoen aan de 10.000 regel de top kunnen halen, mits er voldaan wordt aan drie randvoorwaarden: 1. Bewust / gericht trainen (Ericsson noemt dit Deliberate practice); 2. Een goede coach die de speler blijft uitdagen om te blijven groeien;3. Het juiste trainingsmateriaal en faciliteiten. Over gericht trainen zegt Ericsson o.m. “‘When most people practise, they focus on the things they can do effortlessly’, He has said. ‘Expert practice is different. It entails considerable, specific, and sustained efforts to do something you can’t do well – or even at all. Research across domains shows that it is only by working at what you can’t do that you turn into the expert you want to become’.”

Speciale aandacht natuurlijk ook voor tennis en tafeltennis in ‘Bounce’. In het kort  komt het betoog van Syed er op neer dat, omdat het ervaringssporten zijn, het van het grootste belang is dat ook op jonge leeftijd al veel wedstrijden worden gespeeld, uiteraard naast die gerichte training. Een stelling die ik met graagte omarm.

Bijzonder teleurgesteld ben ik dan ook over de opzet van de A- Jeugdranglijsttoernooien zoals bijvoorbeeld gisteren in Den Haag gehouden. Over de organisatie niets dan lof, maar de opzet staat haaks op het spelen van veel wedstrijden om ervaring op te doen. Uit alle hoeken en gaten van het land stromen een kleine 100 kinderen vol verwachting naar de sporthal om daar te merken dat zij slechts 4 potjes hoeven te spelen. Met 1 mindere partij in de 1e ronde zijn zij ook nog eens uitgesloten voor een plaats op het ereschavot. Ik heb vernomen dat dit systeem is bedacht om kinderen te leren onder druk te spelen, omdat dat internationaal ook zo gaat, maar dat moet toch echt een grap zijn. Van alle enthousiaste aanwezige tafeltennissers speelt op dit moment nauwelijks 10% internationaal en dan bedoel ik deelname aan officiële toernooien. En dan zal ik het nog maar niet hebben over de resultaten van onze jeugd in het buitenland.

Mijn voorstel is: Deel de spelers en speelsters in elke categorie in twee 8-kampen in en eindig met kruisfinales tussen de nummers 1 en 2, 3 en 4, 5 en 6 en 7 en 8 van elke meerkamp. Dan speelt iedereen 9 wedstrijden en kun je een mooie ranglijst samenstellen. En als de kinderen dan zo nodig onder druk moeten leren spelen, maak er dan wedstrijden in the-best-of-three van, waarbij elke game een punt is. Dan weet je ook zeker dat 9 partijen op 1 dag prima te doen is.

Zo’n systeem komt tegemoet aan de gerechtvaardigde opvatting dat jeugd veel wedstrijden moet spelen, waarbij zij tegelijkertijd ook leren zich onder druk te manifesteren.
"


Column voor tafeltennis.nu van Lex Bruijn