In deze column maakt Lex Bruijn een pleidooi voor een andere opzet van de dames eredivisie tafeltennis.
De competitie in de eredivisie loopt zo langzamerhand ten einde. Nog wat flutwedstrijdjes om te bepalen wie op welke plaats komt te staan en dan pas begint het echte werk. Halve finales om te bepalen wie gaan strijden om het landskampioenschap en de finale play-down om te bepalen wie zich rechtstreeks handhaaft en wie nog moet aantreden tegen de kampioen van de 1e divisie. Vooral die flutwedstrijdjes, bijna om ‘des keizers baard’ zorgen er voor dat de competitie nauwelijks serieus genoemd kan worden. Want daardoor kunnen de sterkste teams in het begin van de competitie maar een beetje aanrommelen met hun teams, omdat ze tijdens die flutwedstrijdjes orde op zaken kunnen stellen. Het kan ook anders.
Mijn voorstel is om de poule van 6 te handhaven en het na de halve competitie anders te gaan doen. Na die vijf wedstrijden spelen de nummers 1 t/m 4 meteen de halve finales, maar dan over 2 wedstrijden en mogelijk nog een beslissingswedstrijd, waarbij het hoogst geplaatste team het thuisvoordeel heeft. Dan speelt elk team dus minimaal 7 wedstrijden, eentje minder dan nu, maar dan gaat het meteen ergens om.
De twee laagst geplaatste teams spelen meteen p/d wedstrijden tegen de 2 hoogst geplaatste teams uit de 1e divisie. In die divisie spelen de teams ook een halve competitie, waarna de nummer 5 van de eredivisie speelt tegen de nummer 2 uit de 1e divisie en het laagste team uit de eredivisie tegen het bovenste team uit die 1e divisie. Ook die krachtmetingen worden beslist door ‘the-best-of-three’ met het thuisvoordeel voor de eredivisieteams. Ook hier spelen de eredivisieteams dus minimaal 7 wedstrijden en dat is met het oog op de toernooikalender, nationaal en internationaal, helemaal prima.
Dat lijkt me veel beter, maar vooral duidelijker en spannender dan de competitieopzet zoals die op dit moment bij de dames wordt gehanteerd.
Deze column is geschreven door Lex Bruijn voor tafeltennis.nu