Tafeltennis.nu

Van vrijdag 4 oktober tot en met zondag 13 oktober 2013 werden in de Werner Schlager Allee in het Oostenrijkse Schwechat (nabij Wenen) de Europese kampioenschappen voor senioren gehouden. Voor Nederland kwam alleen de damesploeg in actie. Door geldgebrek kon de herenploeg niet worden ingeschreven.

Het eerste deel van het toernooi werd in beslag genomen door de landenwedstrijden; het tweede deel van het toernooi was gereserveerd voor het individuele toernooi en de dames- en de herendubbels. De Nederlandse dames begonnen als titelverdedigers aan het toernooi: vier keer op rij werden de dames al Europees kampioen. De samenstelling van het team is wel enigszins gewijzigd ten opzichte van vorig jaar. Li Jie ontbrak vanwege zwangerschap, Elena Timina is gestopt als speelster en in dienst getreden als damescoach. Li Jiao, Britt Eerland en Linda Creemers vormden daarom de kern van het team. Op het laatste moment is jeugdspeelster Kim Vermaas nog toegevoegd aan het team, na het geblesseerd afhaken van Suzanne Dieker.

Het landentoernooi is voor de Nederlandse dames niet goed verlopen. In de Championship Division (de beste twaalf landen) werden drie wedstrijden gespeeld tegen de dames van Oostenrijk, Spanje en Oekraïne. Uiteindelijk werden er drie nederlagen genoteerd en eindigden de Oranjedames op een twaalfde plaats waardoor Nederland degradeert naar de Challenge Division. Het team was in de breedte niet sterk genoeg: naast overwinningen van Li Jiao wisten Britt, Linda en Kim niet tot winst te komen. We kunnen vaststellen dat Britt en Linda op dit moment niet goed genoeg zijn om op dit niveau te presteren. Voor Kim Vermaas (is nog jeugdspeelster) was dit toernooi een goede leerschool en een prima mogelijkheid om ervaring op te doen.

Gelukkig voor Nederland wordt de opzet van het landentoernooi gewijzigd. Vanaf volgend jaar zal het aantal landen in de Championship Division worden verhoogd van twaalf naar zestien. Hierdoor behoudt Nederland haar plaats op het hoogste niveau. Wel vraag ik me af hoe het verder moet met dit team. Hoe ziet de toekomst van het damesteam eruit? Li Jiao is veertig jaar, hoe lang gaat ze nog internationaal spelen? Li Jie krijgt binnenkort een kind en verblijft momenteel in China. Gaat ze na de bevalling weer spelen voor Nederland? Britt Eerland en Linda Creemers maken te weinig progressie en hebben momenteel niet de capaciteiten om op Championship niveau wedstrijden te winnen. Wat gaan ze daar aan doen? In het meerjarenbeleidsplan van de Nederlandse Tafeltennis Bond (2013-2016) lezen we dat Nederland gaat voor het behalen en behouden van een positie bij de top tien van de wereld. Ik vraag mij af of dat gezien de huidige situatie realistisch/haalbaar is? Ik denk het niet. In datzelfde meerjarenbeleidsplan staat ook dat topsport en talentherkenning moeten worden versterkt. Daar komt helemaal niets van terecht. De sleutel ligt bij de clubs en meer (inter)nationaal samenwerken.

Nederland is vier jaar op rij Europees kampioen geworden bij de dames. Wat heeft het tafeltennis in Nederland daar uiteindelijk aan overgehouden? In mijn optiek veel te weinig. Vier titels, dat is alles. Het tafeltennis heeft geen boost gekregen: er zijn niet meer mensen gaan tafeltennissen. Integendeel. Het ledenaantal van de NTTB neemt af de laatste jaren. Hoe kunnen we deze tendens stoppen?

 

Duitsland – zonder de geblesseerde Timo Boll – was op dit EK de grote winnaar met vier titels. Hun heren- én damesteam behaalde de eerste plaats in de landecnompetitie, terwijl Dimitrij Ovtcharov goud veroverde in het heren enkelspel en het duo Solja/Winter zegevierde in het dubbel dames. Daarnaast werden nog diverse zilveren en bronzen medailles behaald. Duitsland is met afstand het sterkste land in Europa. Frankrijk en Rusland doen goed mee. Roemenië doet het goed bij de dames, met allemaal zelf opgeleide speelsters. Bij heel veel landen zie je echter steeds meer genaturaliseerde Chinese speelsters verschijnen. Ik vind dat een slechte zaak. Dat kan de ontwikkeling van eigen speelsters behoorlijk remmen. Duitsland stelt drie ex-Chinese speelster op in de damesploeg en zet Petrissa Solja, Sabine Winter en Kirstin Silbereisen op de bank. De Technisch Directeur van de Duitse Tafeltennisbond, dhr. Schimmelpfennig, heeft veel opmerkingen gekregen op deze hele gang van zaken. In zijn commentaar gaf hij aan dat de belangen (financieel en sportief) erg groot zijn en dat de beste speelsters moeten spelen. Als gevolg daarvan is er gekozen voor deze opzet.

Ik stel vast dat bij de dames in het individuele toernooi van de laatste acht speelsters er zeven een Chinese achtergrond hebben. Uiteindelijk wint de Zweedse Fen Li het toernooi. Ik vind dit een heel slechte ontwikkeling. Het Europese damestafeltennis verliest steeds meer zijn identiteit en raakt steeds verder achterop ten opzichte van het Aziatische tafeltennis. Bonden kunnen met het opstellen van deze voormalige Chinese speelsters snel succes behalen. Dat vinden ze vaak belangrijker dan eigen speelsters op te leiden en kansen te geven. Het lijkt me verstandig dat hier middels regelgeving iets aan wordt gedaan. Als dit zo door gaat hebben we over enkele jaren een Europees kampioenschap dat gedomineerd wordt door ex-Chinese speelsters. Ik vind dat het damestafeltennis in Europa steeds verder  wegzakt naar een bedenkelijk niveau. Er is onvoldoende doorstroming vanuit de jeugd, er breken de laatste jaren te weinig jonge speelsters door richting Europese damestop.

Ik word er ook niet vrolijk van als ik zie hoe onze Europese dames spelen tegen die Chinese speelsters. Tactisch vaak niet goed, te weinig rekening houdend met de sterke en zwakke punten van het spelsysteem (materiaal) van de tegenstander. Een ander punt waar we slecht scoren is de service-ontvangst. Er wordt te weinig met gevoel en inzicht ontvangen, waardoor de tegenstander vaak snel tot scoren komt. De eigen service en eerste bal zijn vaak te voorspelbaar en makkelijk te doorbreken, met als gevolg dat we heel weinig punten maken op eigen service. Daar met name maken de voormalige Chinese speelsters het verschil.

 

Bij de heren zien we veel minder Aziatische spelers dan bij de dames. Diegenen die er wel zijn hebben weinig invloed op het uiteindelijk resultaat. Dat geeft aan dat het niveau bij de Europese heren een stuk hoger ligt dan bij de Europese dames. Goed om te zien dat diverse jonge spelers aansluiting vinden op Europees niveau, waaronder Quentin Robinot (Frankrijk), Simon Gauzy (Frankrijk), Alexander Shibaev (Rusland), Liam Pitchford (Engeland) en Patrick Franziska (Duitsland). Dit kan niet verbloemen dat er ook veel landen zijn waar de oudere spelers de boventoon voeren en er weinig sprake is van verjonging. Anderzijds zie je ook landen die te snel een beroep doen op jeugdspelers (soms nog cadetten), vaak bij gebrek aan goede, gemotiveerde senioren. Dat is een slechte ontwikkeling.

Duitsland heeft bij de heren een straatlengte voorsprong op de andere landen. Zelfs zonder de geblesseerde Timo Boll, maar met een zeer goede Dimitrij Ovtcharov, winnen ze alle wedstrijden met overmacht. Knap dat de jonge Patrick Franziska moeiteloos aanhaakt aan dit niveau. Verrassend was de finaleplaats van Griekenland met oudgedienden Kreanga en Gionis. Ze wonnen in de halve finale van een andere ploeg met ervaren rotten: Wit-Rusland met Samsonov en Chtchetinine.

Duitsland staat er bij de senioren goed voor. In Europa hebben ze voorlopig niks te vrezen. De ambitie is om dichter bij de Chinezen te komen en ze zo mogelijk te verslaan. Voorlopig zie ik dat laatste niet gebeuren, daarvoor is het gat nog te groot. De Chinezen hebben op alle fronten nog een behoorlijke voorsprong. Om die achterstand in te halen zullen de Duitsers over de volle breedte hun inzet en trainingsarbeid verder op moeten voeren. En zelfs dan is het nog maar de vraag of het gaat lukken. De Chinezen zitten uiteraard ook niet stil. Daarbij komt nog dat China kan vissen in een veel grotere vijver dan de Duitsers: twintig miljoen leden tegenover 0,8. Dat is factor 25. Desalniettemin alle lof voor Duitsland en Frankrijk, die proberen met een heldere visie, goed beleid en hard werken het gat richting China te verkleinen.

 

Voor Nederland zal het heel moeilijk worden om internationaal aan te haken. Bij de dames zijn we afhankelijk van onze beide ex-Chinese speelsters Li Jiao en Li Jie.  Als zij internationaal blijven spelen kunnen we nog wel een tijdje aan de Europese top meedraaien. Zonder deze beide speelsters kunnen we meedraaien in de internationale damestop wel vergeten. Bij de heren zijn we internationaal kansloos. Het niveauverschil met de Europese top is enorm. Het is niet realistisch om te denken dat dit ooit nog goed gaat komen. Bij de jeugd lopen er momenteel te weinig spelers rond die de ambitie en de mogelijkheden hebben om internationaal top te worden. Daar komt nog bij dat de NTTB er al héél lang niet in slaagt spelers op te leiden tot internationaal niveau. Dat komt omdat het de Nederlandse bond ontbreekt aan een duidelijke visie, adequaat beleid en een goede structuur en organisatie. Maar toch. We blijven optimistisch en hopen dat het nog een keer goed komt.