Weinig tafeltennissers kunnen zeggen dat ze 153 interlands achter hun naam hebben staan. Henk van Spanje wel. De immer gedreven speler van SKF uit Veenendaal kan terugkijken op een mooie carrière.
"Wat de mooiste wedstrijd is geweest? Poeh, daar vraag je me wat... Ik heb veel mooie momenten beleefd en ze zijn me allemaal bij gebleven", antwoordt Henk, die gelijk een indrukwekkend rijtje opsomt: "Kampioenschappen met mijn twee broers, twee keer Nederlands kampioen bij de heren en ook twee keer winnaar van de Masters." Ook de internationale wedstrijden spreken tot de verbeelding, gelet op het enthousiasme waarmee hij vertelt: "Natuurlijk zijn wedstrijden tijdens EK en WK mooi, maar de superliga sloeg alles. In Duitsland met 4-3 winnen van Duitsland voor 3.000 fanatieke Duitse toeschouwers, dat is echt te gek. Maar ook van Engeland winnen in 's Gravendeel met 4-3 voor 1100 (!) toeschouwers wil je als speler niet missen.”
"Niet alleen wedstrijden die werden omgezet in winst zijn hem bij gebleven. Henk: "Ik speelde de kwartfinale van de Open Joegoslavische tegen Jan Ove Waldner. Net met 3-2 verloren. Dat vergeet je natuurlijk nooit meer. Maar dat geldt ook voor de belangrijke wedstrijden die ik speel met SKF!" De manier waarop die laatste zin wordt uitgesproken zegt iets over zijn liefde voor de club uit Veenendaal. Henk: "Met SKF ben ik opgegroeid en groot geworden. Ondanks het feit dat ik het snel hogerop ben gaan zoeken, heb ik wel altijd een goede binding met de club gehouden. Het is mooi dat ik nu op latere leeftijd weer iets kan terugdoen voor de club. En dan niet alleen als speler, maar ook om sponsors te werven voor de club en mee te helpen om de jeugd hogerop te krijgen."
Jeugd hogerop
Als we Henk vragen zichzelf in drie woorden te omschrijven dan volgt het antwoord waarmee menig tafeltennisliefhebber de toto zou winnen, want zo kennen we hem bijna allemaal: fanatiek, vechtlust en een positieve instelling. "Volgens mij ben ik een vechtjas achter de tafel, maar wel op een sportieve manier. Mijn sterkste punt is het dichtbij tafel spelen met veel tempo. Tegenstanders moeten geen of weinig tijd krijgen om hun geliefde slagen te kunnen uitvoeren", aldus Van Spanje. Dit jaar wil hij blessurevrij blijven en zich gaan richten op de ontwikkeling van SKF: "Handhaven met SKF in de Eerste Divisie en eraan meewerken om de jeugd van SKF op een hoger niveau te brengen, zodat over een paar jaar jeugdige SKF'ers in het eerste herenteam spelen", klinkt het gedecideerd.
Generaties verloren
Hij heeft oog voor de ontwikkeling van jeugd. Wat vindt Henk van de ontwikkeling in Nederland? "Helaas stelt het niveau bij de heren op dit moment internationaal weinig voor. Ik heb wel het idee dat we met Rajko, Ewout, Laurens en een aantal jeugdige talenten weer op een beter spoor zitten. Jammer dat er de afgelopen jaren zoveel spelers zijn afgehaakt op Papendal. Ik heb het idee dat jonge spelers steeds sneller afhaken, nadat ze hebben geconstateerd dat de internationale (sub)top onbereikbaar voor ze is. Na Danny Heister en Trinko Keen is een aantal generaties verloren gegaan. Bij de dames zijn we internationaal gezien een stuk sterker. Ook als Li Jiao en Li Jie niet meer zouden spelen voor Nederland, heb je met onder meer Britt, Linda, Suzanne en Kim wel een team dat wellicht in de subtop mee zou kunnen draaien."
Geld
Helaas valt en staat heel veel met geld. Henk: "Geen geld voor de mannen betekent geen open kampioenschappen, geen EK, geen WK. Op die manier kun je internationaal ook geen ervaring opdoen en internationaal gezien niet beter worden. Dan kun je nog zoveel onderling trainen op Papendal, maar het gaat om internationale ervaring opdoen. Hopelijk kunnen de mannen, ondanks dat gemis, nog een paar extra stappen maken zodat ze in de toekomst uit die onderste regionen komen. Voor de vrouwen is het zaak om zo lang mogelijk in de hoogste categorie mee te blijven spelen, zodat de jongere speelsters alvast aan dat niveau kunnen wennen c.q. zich kunnen optrekken."
De NTTB moet zorgen voor meer sponsors en daardoor meer geld, maar dat lijkt een moeilijke zaak. Niet alleen de bond moet aan de slag, ook clubs moeten zich eens achter de oren gaan krabben, aldus Van Spanje: "De (top)clubs moeten zich meer concentreren op het opleiden van eigen jeugdspelers, in plaats van het 'kopen' van een compleet team. Scylla en Westa zijn clubs die zelf veel spelers opleiden en er af en toe één of twee aantrekken om het niveau omhoog te krijgen. Dat kan ik veel meer waarderen!"