Na een spannende kampioenswedstrijd in Amsterdam werd het nog erg laat in Vught bij het eerste herenteam van JCV. Voor het eerst in 25 jaar wist de Brabantse club weer de eredivisie te bereiken. Het team speelt pas één seizoen in deze samenstelling, maar lijkt nu al een gouden combinatie te zijn. Erik van Opstal: "Aan het begin van het seizoen had niemand rekening gehouden met een kampioenschap. Daarom is deze eredivisieplek zo mooi!"
Onder leiding van coach Eddie van Doorn wisten Peter van Iwaarden, Erik van Opstal en Jos Verhulst het bijna ondenkbare te presteren: een kampioenschap en promotie naar de eredivisie. Eddie begon vijf jaar geleden als coach van een hoofdklasseteam dat op dat moment bestond uit jeugdspelers die doorstroomden naar de seniorencompetitie. Inmiddels staat er een totaal ander team achter de tafel, maar dit maakt zijn passie er niet minder om. "Het is voor de derde keer dat wij als JCV de eredivisie halen, het behalen van de eredivisie is geen must voor de club maar zeker een mooie meevaller. Peter en Erik maken zelfs hun debuut in de hoogste klasse."
JCV is voor de eredivisie wellicht een onbekende, toch wist Gerard Bakker een aantal jaar geleden al dat de vereniging op de juiste manier bezig was. Hij zei destijds: "JCV is een amateurclub met een zeer professionele aanpak". Deze aanpak heeft geleid tot een plek in de Eredivisie B in het voorjaar van 2014. Een prestatie waar vooraf geen rekening mee werd gehouden. Toch zijn de ambities niet min, handhaving behoort tot de mogelijkheden aldus spelers en coach. Peter is echter bescheiden in zijn ambities: "Een promotie/degradatie wedstrijd spelen zou al een geweldige prestatie zijn." Coach Eddie ziet dit toch anders: "De ambities zijn simpel: handhaven. Er liggen echt wel kansen voor ons. Niemand uit de poule komt even simpel winnen in Vught, dat weet ik zeker." Speler Erik sluit zich aan bij de coach: "Jos is een vaste waarde in het team, hierdoor zullen we weinig met 6-0 of 5-1 verliezen. Peter en ik zullen ook wedstrijden gaan winnen, waardoor ik handhaving niet uitsluit."
Wat is nou het geheim van een team dat pas zo kort samen speelt? Het geheim lijkt te zitten in de Brabantse gezelligheid. Eddie: "Brabantse nachten zijn lang, dat hebben we gemerkt na het behalen van het kampioenschap. De sfeer in de zaal is altijd goed." Peter is het hiermee eens: "De sfeer is het hele seizoen goed geweest en ik verwacht dat dit volgend seizoen ook zo zal zijn. Er is altijd voldoende publiek en de mogelijkheid om na de wedstrijd nog gezellig wat te drinken bij JCV, dat is niet overal zo." Erik geeft aan dat iedereen binnen het team belangrijk is geweest: "Onze geblesseerde teamgenoot Johan v/d Nieuwenhuizen was ook elke week van de partij en steunde ons door bijvoorbeeld achte het telbord te gaan zitten. De toeschouwers leefden erg mee, ze zagen iedere keer weer een strijdbaar JCV dat geen punten weggeeft." Peter valt bij: "Sfeer is inherent aan het presteren. Als de sfeer goed is wordt er makkelijker gewonnen."
Dat het behalen van de eredivisie geen must is voor de vereniging blijkt wel uit de doelstellingen van de vereniging. Eddie: "We vinden het net zo belangrijk om tien teams in de afdeling te hebben, dat de kantine op vrijdag vol zit en dat de recreanten en 65+ groep het naar hun zin hebben. We willen een complete vereniging blijven die gezond in elkaar zit en waarin iedereen even belangrijk is." Ook uit de voorbereiding van de heren blijkt dat tafeltennis een hobby blijft voor de spelers. Erik: "Na de geboorte van mijn zoon wilde ik vooral genieten van 'het potje tafeltennis op zaterdag'. Dit raakte ik, met zicht op het kampioenschap, kwijt. Daar wil ik komend seizoen verandering in
brengen. Ik ga nu twee keer in plaats van één keer per week trainen. Het blijft een gezellig avondje uit met het team." Peter pakt de voorbereiding iets anders aan: "Ik ga voor het seizoen vijf dagen naar Rome voor een trainingsstage, verder verandert er weinig in de voorbereiding voor mij." Ook coach Eddie denkt niet dat er veel verandering nodig is: "Misschien zullen sommigen iets meer trainen, maar dat hoeft niet. We spelen wedstrijd voor wedstrijd en zorgen dat ze ons niet over het hoofd zien op het hoogste niveau. We hebben er zin in!"